In Engeland ontstaan (In de tweede helft van de 19de eeuw) uit kruisingen van verschillende – voornamelijk Oosterse – rassen. Rond 1900 importeerden de Engelsen drie Oosterse bokken, die belangrijk waren voor de verdere ontwikkeling van het ras. Ze zijn de stamvaders van dit ras, dat in 1910 officieel werd erkend door de British Goat Society.
Anglo Nubische geit
Europees Fokprogramma
Herkomst
Eigenschappen
Grootste geitenras ter wereld.
Vrouwelijke dieren: minimale schoft- hoogte van 78 cm
Kunnen tussen de 80 en 100 kg wegen.
Bokken: minimale schofthoogte van 85 cm en wegen soms zelfs meer dan 150 kg.
Markant uiterlijk en statige houding.
Zacht en aanhankelijk karakter.
De melkproductie blijft gemiddeld iets achter bij de overige geitenrassen, maar de melk heeft gemiddeld wel een hoger vet- (5,22 %) en eiwitgehalte (3,80 %).
Uiterlijk
Goed ontwikkelde, sterke geit. De kop wordt hoog (majestueus) gedragen op een lange slanke nek zonder belletjes of baard. Het neusbeen is gebogen (ramsneus). De lange, brede, hangende oren reiken tot voorbij de lippen (minstens twee centimeter er voorbij). Oorlengtes variëren en zij kunnen langer dan dertig centimeter worden. De geit heeft een wat steile schouderplaatsing en een hoge schoft. De middenhand is wigvormig. Het kruis is breed, vlak, lang en iets hellend. De benen zijn iets langer dan de diepte van de borst. Goed ontwikkelde, ruime, soepele, halfbolvormige en goed aangesloten uier met een correcte speenplaatsing. De beharing is kort, fijn en glanzend. Alle kleurschakeringen zijn mo- gelijk en toegestaan.
Goed om weten
De melk is zeer geschikt om verwerkt te worden tot kaas en yoghurt.